Het benodigde debiet van de afzonderlijke radiatoren wordt direct ingesteld op de Eclipse thermostatische radiatorafsluiter. Dit betekent dat de waterzijdige inregeling in één draai is gedaan. Het ingestelde debiet wordt niet overschreden. Zelfs niet als er een overdebiet is, bijvoorbeeld door het sluiten van andere afsluiters of tijdens de opwarmfase in de ochtend, de Eclipse regelt automatisch het debiet naar de ingestelde waarde. De afsluiter regelt het debiet ongeacht het drukverschil. Complexe berekeningen om de instelwaarden te bepalen zijn daarom niet nodig.

En dit gebeurt aan de bovenzijde van de afsluiter:

• De afsluiter wordt ingesteld op het berekende debiet door het verdraaien van de cijferkap met de stel- of steeksleutel.
• Als het debiet over de afsluiter toeneemt, wordt de huls door de toenemende druk in beweging gebracht, waardoor het debiet voortdurend wordt beperkt tot de ingestelde waarde. Het ingestelde debiet wordt nooit overschreden.
• Daalt het debiet onder de ingestelde waarde, dan duwt een veer de huls terug in de uitgangspositie.

In oude systemen zijn radiatorsystemen vaak wijd vertakt, en is het moeilijk of zelfs onmogelijk om te zien waar de afzonderlijke radiatoren zijn geïntegreerd, of er zijn secties met weinig radiatoren en een laag vermogen direct naast secties met veel radiatoren en mogelijk een hoog vermogen. In dit geval kan het aandeel van de weerstand van het leidingnetwerk niet duidelijk worden toegewezen aan de afzonderlijke radiatoren.

Het bepalen van de afsluiterstand, afhankelijk van het drukverschil, is daarom moeilijk of zelfs onmogelijk. Zelfs bij oppervlakteverwarming kunnen zonder ontwerptekeningen geen conclusies worden getrokken over de lengte van de verwarmingscircuits en de installatieafstand.

Een uitgebreide product range met AFC-technologie biedt een eenvoudige en snelle probleemoplossing!